Eten en drinken bij baby’s en jonge kinderen
In het kort
Kunnen eten en drinken is een dagelijkse basisbehoefte. Gaat dit voor een kind allemaal niet vanzelf, dan legt dit flink wat druk op de ouders. Minimaal twee maaltijden per dag, verschillende tussendoortjes… Voeding is natuurlijk ook ontzettend belangrijk om sterk en gezond te blijven, te groeien en de hersenen te laten ontwikkelen. En dan is er het sociale stukje nog: lekker samen aan tafel om ervaringen van die dag uit te wisselen. Heb je daarentegen een kind dat niet voldoende of gevarieerd genoeg eet, dan veranderen deze leuke, sociale eetmomenten al snel in een gespannen samenzijn.
Dus meer dan genoeg redenen om de oorzaken van problemen met eten en drinken te achterhalen én te kijken op welke manier we de situatie kunnen verbeteren.
Wat merk ik en mogelijke oorzaken
Eet- en drinkproblemen herkennen lijkt voor de hand liggend: je kind eet of drinkt niet genoeg of niet gevarieerd genoeg. Misschien houd je kind vooral van hard en knapperig eten zonder stukjes of sausjes, of ligt de voorkeur juist bij eten dat bijna niet gekauwd hoeft te worden. Misschien eet je kind heel traag omdat hij erg kleine hapjes neemt, of slikt hij juist grote happen naar binnen zonder te kauwen! Er zijn verschillende manieren waarop je mogelijke eetproblemen kunt herkennen, verschillende momenten waarop eetproblemen kunnen ontstaan en zelfs de oorzaken verschillen onderling flink.
- Pasgeboren baby
Het eerste belangrijke ‘eetmoment’ is na de geboorte. De opstart van borstvoeding verloopt vaak niet zonder problemen. Lukt het aanhappen niet, dan wordt er soms overgegaan op de fles: wat weer een nieuwe variatie aan mogelijke problemen met zich mee kan brengen. Gelukkig kunnen zowel problemen met de borstvoeding als de overgang op de fles vaak worden verholpen met de hulp van een prelogopedist of lactatiedeskundige. Vaak staan deze problemen op zichzelf en hebben ze geen invloed op de toekomst. Is er daarentegen sprake van problemen in de aansturing van de (mond)motoriek of overgevoelige reacties op aanraking in en om het mondgebied, dan kan het ook later voor eetproblemen zorgen. - De peutertijd
Zo rond de leeftijd van 2 jaar is er een fase waarin kinderen (soms heel abrupt) niet alles meer willen eten. Ze krijgen voorkeuren of eten alleen voedsel van een neutrale kleur. Over het algemeen gaat deze fase vanzelf weer over, maar dat betekent niet dat het soms erg lastig kan zijn! Gaat deze fase niet over en blijven kinderen ‘moeilijke eters’, dan kan de oorzaak mogelijk bij problemen met de aansturing van de (mond)motoriek en/of onder- of overgevoelige reacties op aanraking of andere problematiek met het verwerken van zintuigelijke prikkels liggen. Je leest hier alles over in dit artikel over sensorische informatieverwerking. - Bij sommige kinderen ontstaan eet- en drinkproblemen niet door aanleg, maar door gebeurtenissen tijdens hun leven. Een kind kan zich verslikken en daardoor angst ontwikkelen voor het eten en drinken van (bepaald) voedsel.
- Als laatste zijn er mogelijk medische redenen waardoor eten en drinken moeizaam verloopt. In aanleg of door trauma kunnen er problemen zijn in spieren, gewrichten of in de stofwisseling waardoor het eten niet goed verwerkt kan worden. Kinderen die een periode sondevoeding hebben gehad ervaren soms bijvoorbeeld ook problemen bij het leren eten en drinken. Dit kan dan veroorzaakt worden door angst en associatie met de sonde die ze een tijd hebben ervaren in hun keel- en mondgebied. Maar ook doordat de spieren niet voldoende ontwikkeld zijn in de periode van de sondevoeding. De aansturing van deze spieren moet opnieuw aangeleerd worden.
Behandeling
De meeste kinderen met eet- en drinkproblemen zijn nog erg jong, wat betekent dat ze bij onze prelogopedisten (link prelogopedie) terecht kunnen. Bij medische oorzaken van eet- en drinkproblemen wordt er vaak in het ziekenhuis of vanuit de revalidatie behandeling opgestart met gespecialiseerde eetteams die multidisciplinair behandelen.
Bij sommige kinderen is er echter geen sprake van een duidelijke (medische) oorzaak of is het medische probleem intussen verholpen, terwijl het eten en drinken in de thuissituatie nog niet zo goed gaat als dat je had gehoopt. In die situaties kan er met behulp van logopedisch onderzoek, vaak in combinatie met onderzoek naar de sensorische informatieverwerking, worden bepaald wat de specifieke hulpvraag is en waar de mogelijke oorzaak van de eet- en drinkproblemen ligt. Vanuit dit vertrekpunt kan vervolgens een behandelplan worden opgesteld.
In de behandeling van eet- en drinkproblemen kunnen we 3 grote behandelingangen onderscheiden:
- Activiteiten voor de mondmotoriek
Als de spieren in het mondgebied onvoldoende kracht of beweeglijkheid hebben, of de juiste beweging niet kunnen maken, kan dit geoefend worden. Spelenderwijs zal met activiteiten en soms ook aanraking, de bewustwording, kracht en coördinatie van de spieren in en om het mondgebied worden ‘getraind’. Naar kinderen leggen we dit vaak uit als de ‘sportschool’ voor de mond, waarbij je allerlei oefeningen moet doen om de spieren soepel en sterk te maken. Hierbij wordt ook vaak concreet gebruik gemaakt van eten. Verschillende consistenties: hard, zacht, taai, knapperig, kunnen tijdens de behandeling worden gebruikt. Dit maakt het praktisch, leuk, lekker en makkelijk om thuis te oefenen! - Activiteiten voor het verbeteren van de sensorische informatieverwerking
Als er naast problemen in het mondgebied ook mogelijk sprake is van problemen in de sensorische informatieverwerking zal na overleg met de SI-specialist een plan worden gemaakt voor de behandeling. Het is namelijk belangrijk om eerst goed inzicht te krijgen in de prikkelverwerking om de oorzaak van de problemen te begrijpen. - Therapieprogramma voor de opbouw van voeding bij ‘moeilijke eters’
Naast logopedische activiteiten voor het mondgebied en het analyseren en ontwikkelen van de sensorische informatieverwerking in het algemeen kan er ook een specifiek therapieprogramma worden ingezet om de weerstand tegen (bepaalde soorten) voeding te helpen verminderen.
Het doel van deze therapie is niet het eten op zich, maar het kennismaken met veel verschillende soorten eten buiten het eetmoment om. Door eten spelenderwijs te zien, te voelen, te ruiken en te ‘beleven’ vermindert dit de afkeer van het kind tegen eten in het algemeen. Door op een leuke manier met eten om te gaan zal je kind tijdens de eetmomenten sneller open staan om iets nieuws te proberen.
Bij alle vormen van behandeling is samenwerking met ouders noodzakelijk. De therapeut heeft informatie nodig om je kind elke keer weer op de juiste manier verder te kunnen helpen en ouders hebben de informatie van de therapeut weer nodig om te weten op welke manier ze hun kind thuis het beste kunnen helpen!