Meertaligheid en logopedie
Hoewel meertaligheid geen problematiek is, kan het wel voor een andere taalontwikkeling zorgen. Kinderen die meertalig worden opgevoed worden natuurlijk blootgesteld aan meer klanken, meer woorden en meer spellingsregels. Ze nemen vanaf jonge leeftijd niet één, maar twee of zelfs meerdere talen in zich op. Ieder kind en iedere taal is natuurlijk anders, en dat betekent dat elke taal in een eigen tempo verwerven wordt. Wanneer een kind nog niet goed Nederlands spreekt is het soms lastig omte bepalen wat normaal is en waar mogelijk extra hulp nodig is. Er is een verschil tussen een NT2 (normale tweedetaalverwerving) en een TOS (taalontwikkelingsstoornis).
- NT2
In het geval van een normale tweedetaalverwerving zijn er geen problemen in de moedertaal en loopt alleen het Nederlands achter omdat het kind pas later begint met het leren van de Nederlandse taal. In dit geval is logopedische behandeling nog niet perse nodig: er is namelijk geen sprake van een taalstoornis maar een normale tweedetaalverwerving. In dit geval kan het vergroten van het Nederlandse taalaanbod in bijvoorbeeld taalklasjes of speciale NT2 scholen helpen.
- TOS
Wanneer er sprake is van een taalontwikkelingsstoornis is er een achterstand in álle talen die het kind spreekt. Mijlpalen in de taalontwikkeling (brabbelen, eerste woordjes) zullen bijvoorbeeld in elke taal te laat gehaald worden. Wanneer de taalontwikkeling in beide talen achterloopt is verder onderzoek naar een TOS nodig.
Meertaligheid is daarentegen niet de oorzaak van taalproblemen en maakt bestaande taalproblemen ook niet erger. Advies op maat is wél belangrijk. Een goede ontwikkeling van de thuistaal bevordert het leren van een tweede taal en ondersteuning kan eventuele onzekerheden direct uit de lucht halen.
